Saturday, September 13, 2008

Utopia















Half vijf, zaterdagochtend. Ik zit op een bankje op het perron van station Parkwijk. Naast me staat een leeg frisdrankblikje. Iemand heeft niet de moeite genomen het weg te gooien. Het ligt in ieder geval niet op de grond, dit lijkt wat beschaafder.
Ik kijk verder om me heen; bij mijn voeten liggen een stel uitgetrapte peuken, een wikkel van een Mars en nog wat andere snoeppapiertjes. Verderop liggen nog wat blikjes en staat een leeg flesje Heineken, als een klein kunstwerkje, netjes op de rand van het perron. Toen ik net naar boven liep, was ik ook al een lege grootverpakking Heineken tegengekomen halverwege de trap. Een paar treden verder had iemand-waarschijnlijk later in de nacht-een groot deel van de inhoud uitgepiest. Het vormde nu een grote natte plek in de hoek, waarvan de penetrante lucht je tegemoet kwam. Mijn gedachtegang wordt onderbroken doordat een Surinaamse landgenoot van ons langsschuifelt. Natuurlijk met de eeuwige capuchon op want anders hoor je er echt niet bij tegenwoordig. In zijn mondhoek bungelt een knots van een joint. Als hij voorbijkomt, hangen de dikke wolken hasj in de lucht.
Hoewel ik zelf een joint nooit lekker heb gevonden, vind ik het nog steeds wel lekker ruiken. Onze donkere vriend schraapt zijn keel en flopt een dikke fluim even verder op het perron. Smakelijk! Verderop zitten op een bank nog twee jongens, de éne is zeer belangrijk aan het doen met zijn mobieltje en de ander zit wezenloos voor zich uit te kijken, met een Ipod op zijn oren. Dan rijdt een trein het station binnen. Het geel van de NS is over de volle lengte van een coupé vervangen door het enthousiaste 'kunstwerk' van een graffiti-'artiest' Erboven een paar trieste raampjes waarop zich zoveel stof heeft verzameld dat er nog nauwelijks daglicht door naar binnen zal vallen.

Mijn gedachten vliegen naar het land Utopia, waar prachtig blinkende, rode treinstellen door een sappig groene alpenweide snijden en waar je op een prachtig oud houten bankje op een smetteloos schoon perron op je trein wacht. Natuurlijk komt die precies op tijd want daar weten ze alles van hier in Utopia. Op het perron staan om de paar meter fleurige bloembakken, die elke dag nauwgezet verzorgd worden door de stationchef. Mensen zitten links en rechts geanimeerd met elkaar te praten. Er wordt gelachen. En de zon schijnt. Aan de andere kant gooit een klein jongetje zijn snoeppapiertje in de vuilnisbak en lacht omhoog naar zijn moeder... krijsende remmen doorbreken mijn dagdroom, als mijn trein binnen rolt. Ik stap in, ga zitten, doe mijn ogen dicht en probeer die mooie droom weer op te pakken. Of moeten we misschien toch maar emigreren?

0 Comments:

Post a Comment

<< Home